Iedere maand stappen we aan boord bij één van de ligplaatshouders van onze haven. In september 2018 was dat bij:

 

…. Dirk en Jori Goudkuil uit Lieren, box 418 (degenen die het gedicht bij het Ketelbankie aanbrachten)

Op de foto zijn Dirk en zijn kleinzonen Sven en Lars net terug van de oversteek naar Engeland.

 

 

 

  • Hoe lang zijn jullie ligplaatshouder in Ketelhaven?

Evenals vorige maand hebben we het hier te doen met een ligplaatshouder van het eerste uur. De familie Goudkuil had al in het eerste jaar van het bestaan van de jachthaven een boot liggen. Deze stond op naam van pa Goudkuil. Dirk ging vanaf 1975 de liggelden zelf betalen, dus staat geregistreerd in de boeken als ligger vanaf november 1975.

  • Met welk type schip varen jullie en zijn er bijzonderheden over te vertellen?

Ook deze maand praten we met een bevlogen liefhebber! Dirk Goudkuil vaart met een Pionier uit 1964. Een Van de Stadt ontwerp, die zijn sporen wel verdiend heeft. Het is het eerste polyester kajuitzeiljacht dat in Nederland is gebouwd. En zeezeiler Herman Jansen (in 2017 overleden op 92-jarige leeftijd en schrijver van ‘De horizon zeilde mee, dag na dag…’ over zijn reis om de wereld) voer als 1e Nederlander de wereld rond in een 9 meter lange Pionier en was een enorme inspiratiebron voor Dirk. De grootste vernieuwing die Dirk Goudkuil aan het schip heeft aangebracht is het inbouwen van de dieselmotor. Verder heeft het schip een aluminium mast gekregen en uiteraard nieuwe zeilen. Maar in wezen is het schip nog geheel authentiek en oorspronkelijk. Inclusief het ‘olifantentoilet’. Wat hij daarmee bedoelt? Dirk laat even zien hoe groot de toiletruimte is als hij het deurtje openzet en hij volop ruimte heeft.

 

 

 

 

 

 

 

Dirk vaart graag met de windvaan en gebruikt altijd nog het ouderwetse Walker Log, mét veertje. Waar dat goed voor is? Zo kan de schipper makkelijk zien dat het log onder water nog draait en er geen wier aan hangt. Een handigheidje 🙂 

 

 

 

De familie Goudkuil was, als ze met meerdere schepen voeren vroeger, altijd lid van de ‘geen-buiskappen-vereniging’, aldus een lachende Dirk. Daar houden ze niet van. Maar volgens anderen hebben ze wel een ‘buispet’, zie foto; een kleine overkapping voor de ingang van de kajuit geeft toch enige beschutting.

 

 

 

 

  • Wat is de naam van het schip?

Alle schepen van de familie Goudkuil heten ‘Zeekieft’, de volksnaam voor een Scholekster.

  • Is dit jullie eerste schip?

Dirk’s eerste boot was een halve houten kano, waarmee hij voer in de vijver bij zijn ouderlijk huis. Hij zag zelfs kans op deze halve kano een mastje te zetten en ermee in het Apeldoorns kanaal te ‘zeilen’. Daarna kwam een vouwkano met een zeil erop, waarmee hij de 11-stedentocht in Friesland heeft gepeddeld. Daarna kwam een eikenhouten Aalsmeerse Grundel met torentuig, die hij in Harderwijk had liggen. Zelfs in de tijd dat de Flevopolder er nog niet was … Daarna kwam de ‘Windharp’, een Ranger naar Amerikaans ontwerp van Philip Rhodes, waarmee pa Goudkuil naar Ketelhaven kwam. Dirk herinnert zich nog wel dat hij samen met een ligger van destijds, Gradus Davelaar (de oud-eigenaar van de Marieholm van havenmeester Dick) vanuit de achterhoek naar Ketelhaven reed over de verlaten dijk, destijds stikvol met konijnen. En het gebeurde wel eens dat zo’n konijn werd aangereden. Davelaar nam het beest mee en vilde het op de boot en hing het te drogen in de kuip. Ze beseften toen wel dat al die ‘deftige’ zeilers van Ketelhaven dit soort taferelen niet gewend waren aan boord! Dirk moet er nog om lachen.

Een tijd later kwam een Signet, een 6 meter bootje, waarop hun oudste kind mee ging. Het volgende schip, een Hurley 22, haalden ze op in februari en werden meewarig aangekeken door de brugwachter in Harderwijk; ze waren het eerste schip dat door de ijsgang het randmeer bevoer. In die jaren werd hun tweede kind geboren; Dirk weet het nog goed, op zondag zeilden ze nog door het Kattendiep en op maandag kwam hun dochter ter wereld!

Toen de jongste 2 jaar oud was voer de familie Goudkuil al naar de Engelse oostkust en Frankrijk. Mensen vonden dat je met kinderen niet zoveel uur achter elkaar moest varen. Maar de kinderen Goudkuil hadden zelfs na een 36-urige oversteek nog geen behoefte om op de wal te komen: ze wilden lekker in de kajuit blijven spelen!

Ook herinnert Dirk zich nog een zeiltrip met 2 vrienden in de winter op het Ketelmeer. Met een harde oostenwind waren ze in korte tijd bij de Ketelbrug, maar d terugweg was iets minder comfortabel. Door het buiswater kwam er een dikke laag ijs op het dek en ook de grootschoot en vallen zaten vast in een dikke laag ijs bij aankomst in Ketelhaven. De zeilen konden niet worden gestreken .. met een bijl hebben ze toen de ijsklompen eraf moeten hakken, haha, mooie herinneringen!

  • Wie is de bemanning en wat doen jullie in het dagelijks leven?

Dirk (72) vaart de laatste jaren meestal alleen. Maar zijn vrouw Jori (64) was ook niet bang uitgevallen en voer altijd mee, hoe hoog de golven ook waren. Ze hebben een zoon (43) en een dochter (40). De kleinzoons, tweeling Sven en Lars, zijn 16 jaar. Dirk is werkzaam geweest in het familiebedrijf uit 1917; een metaalwarenfabriek die nu nog gerund wordt door een neef.

  • Wat was jullie zeilgebied het afgelopen jaar en waarheen gaat het komend jaar? Wat is de verste bestemming ooit geweest.

Dirk is meestal alleen op de boot te vinden sinds Jori in een rolstoel zit en scharrelt dan in de buurt rond; hij geniet van de prachtige IJsseldelta die zo mooi is geworden met de eilanden. Vergelijkbaar met de Engelse oostkust zelfs. Maar ook vaart hij regelmatig met zijn beide kleinzonen Sven en Lars naar Engeland. Zo ook deze zomer. De jongens genieten ervan als ze met opa het logboek bijhouden (zie foto), lijnen splitsen, etc. Ze vervelen zich geen moment aan boord. Ze zijn gek op ankeren en zijn zelfs bijna teleurgesteld als opa naar een haven wil varen.

In het verleden voer de familie Goudkuil veel naar de oostkust van Engeland, eiland Wight, Edinburgh, Shetland, Noorwegen en Zweden. Ook hebben ze in 1984 de Zeepaardbeker gewonnen van de Nederlandsche Vereeniging van Kustzeilers.  

  • Hebben jullie nog dromen voor de toekomst?

Zo lang mogelijk blijven varen. De kleinzonen willen volgend jaar weer graag mee en dan zien we wel waar we uitkomen. Alle kaarten gaan mee, dus we varen waar de wind waait.

  • Hebben jullie nog tips voor andere zeilers?

Vaak pannenkoeken bakken aan boord, dat is zó lekker!

En ook: “een tip voor het schip: neem antislip!”  De gangboorden en de opbouw van de Zeekieft zijn voorzien van een antislip-laag en dat is zoveel prettiger dan al die gladgepoetste schepen.